In Honingeter volgen we Sibel, een jonge vrouw die al dagenlang ronddwaalt op de luchthaven van Istanboel. Elke dag mist ze haar vlucht naar Brussel, maar lijkt daar weinig moeite voor te doen. In plaats daarvan observeert ze de mensen om zich heen, eet Turks fruit en zoekt naar betekenis in haar omgeving. Ze wordt vergezeld door Ömer, een bewakingsagent die haar via de beveiligingscamera’s volgt, en Wernicke, een zieke piloot die zijn eigen realiteit lijkt te creëren. Samen vormen ze een trio van verloren zielen, elk op zoek naar verbinding en begrip in een wereld die hen vreemd is geworden.
Honingeter is zo’n boek dat je vanaf de eerste pagina nieuwsgierig maakt. Het is traag, dromerig en je weet niet goed waar het naartoe gaat, maar toch blijf je lezen.
Het verhaal speelt zich volledig af op één plek: de luchthaven van Istanboel. Dat gegeven op zich vond ik al fascinerend. Drie personages – Sibel, Ömer en Wernicke – en een oude hond dwalen er rond, verliezen zich in herinneringen, ontmoeten elkaar en raken elkaar ook weer kwijt. Alles lijkt te zweven, behalve dat doosje Turks fruit dat op de een of andere manier alles bij elkaar houdt.
In het begin had ik wel wat moeite om de personages van elkaar te onderscheiden. Maar naarmate je verder leest, ga je hen beter aanvoelen. Ze zitten allemaal vast in hun eigen hoofd, net als jij als lezer soms. Je raakt zelf ook een beetje verdwaald in die luchthaven – maar op een goeie manier. Niet dat je helemaal het noorden kwijt bent, maar wel dat je alles net iets trager, zachter ervaart.
Er gebeurt ogenschijnlijk weinig, en toch ontzettend veel. Dat is misschien de grootste kracht van dit boek: je blijft geboeid, omdat je voelt dat onder het oppervlak van alles borrelt.
Ontdek meer van Sophie de Brabander
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Een reactie achterlaten